Groene Hart in Beeld omvat een serie karakteristieke films over vele bijzondere plekken in het Groene Hart.
uitgever: Stichting Groene Hart in Beeld, Noordzijde 126a, 2411 RG Bodegraven
De verwevenheid van stad, land en natuur is nergens groter dan in het Groene Hart. Wie goed kijkt, kan de relicten van de 2000 jaar arbeid en wilskracht overal ontdekken. De verhalen gaan schuil in de grond, water, natuur, bebouwing, infrastructuur en nog steeds in de mensen die leven en werken in het gebied.
Groene Hart in Beeld laat u de verhalen van mens, land en cultuurhistorie in dit gebied beleven door ze opnieuw tot leven te brengen in woord en beeld. Op deze manier word de kans op behoud van alle elementen vergroot.. behoud door ontwikkeling.
Het bastion Noord-West wijst lans de Oude Rijn richting Bodegraven. Het water maakte het gebied toegankelijk en zorgde in de loop van de geschiedenis voor veel dynamiek. Duizenden vaarbewegingen vormden de basis voor de ontwikkeling van de Oude Rijn-zone tot een bruisend handelscentrum.
De venen rondom Boskoop zijn in tegenstelling tot bijvoorbeeld Reewijk nooit afgegraven, om verschillende redenen. De aanvankelijk woest gronden waren in het bezit van de graven van Holland. Vanaf de 11e eeuw werd de woestenij uitgegeven voor ontginning. Het ontginningscontract werd aangeduid als ‘cope’ en is als term overgebleven in plaatsnamen als Boskoop en Oukoop.
Als de aorta van Nederland komt de Rijn bij Lobith ons land binnen. De delta van deze rivier heeft zijn loop talloze keren verlegd en de hoogstromen gaan nu als de Lek en de Waal door het leven. De echter Rijn is gedegradeerd tot een gekanaliseerde stroom met namen als ‘Leidse Rijn, ‘ Kromme Rijn’ en ‘Oude Rijn’. Toch verraden de stroomruggen en grondsoorten hier een ooit machtige rivier met een kilometers breed stroomgebied.
De Kagerplassen waren vroeger onderdeel van een groot natuurlijk merengebied, waartoe ook het Haarlemmermeer, het Leidsche meer en het Kagermeer behoorden. Deze plassen zijn ontstaan door erosie en oeverafslag van oude veenstromen.
Vanaf het noordoostelijke bastion overziet de toeschouwer de polder richting Zegveld, met ontginningspatronen uit de 10e eeuw, die nog steeds de basis vormen voor de verkaveling en het slotenpatroon. Met de nodige tussentijdse aanpassingen weten boeren al die eeuwen hun brood te verdienen in deze uitgestrekte polders.
Aan het einde van de middeleeuwen wordt het centrale gezag in Holland machtiger en neemt de veiligheid toe. Kastelen, waar de adel zich eerst verschanste in tijden van onrust, functioneren steeds vaker als luxe buitenverblijf. In navolging van de adel laten ook andere rijke burgers riante buitenplaatsen bouwen waar ze de zomer kunnen doorbrengen.
Het gebied De Ronde Venen is ontstaan door achtereenvolgens veengroei, ontginning, vervening en droogmakerij. Rondom het gebied liggen de rivieren de Kromme Mijdrecht, de Amstel, de Waver, de Winkel, de Angstel en de Aa. Deze wateren maken een bijna gesloten, ronde vorm, waarbinnen het gebied werd ontgonnen, en later verveend.